Hier ontdek je de voorgeschiedenis en het leven van Zalige Priester Edward Poppe. Leer meer over zijn inspirerende verhaal en zijn nalatenschap.

Het schone avontuur van een bakkersjongen.
Edward Johannes Maria Poppe werd geboren op 18 december 1890 in Temse als derde kind in een gezin van elf. Na de dood van zijn vader, een bakker, kreeg hij de kans om te studeren. Hij volgde zijn opleiding aan het Kleine Seminarie en later aan de Universiteit van Leuven, waar hij in 1913 promoveerde. Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende hij als brancardier en vervolgde zijn studies in Mechelen. Op 1 mei 1916 werd hij tot priester gewijd en werkte in een arme parochie, waar hij zich richtte op kinderen, zieken en armen, en zijn bezittingen deelde met hen.

Moerzeke, en zijn Eucharistische methode
Maar de zware lichamelijke beproevingen van de oorlogstijd eindigden in een hartcrisis, en hij moest de parochie verlaten voor Moerzeke waar hij bestuurder werd van de Zusters van de Heilige Vincentius.
Het was een maand voor de vrede van november 1918. Ook met een zwakke gezondheid en vanuit zijn ziekbed zette Poppe zich in voor het werk van de Eucharistische Kruistocht (E.K).
Vanuit zijn ziekbed werkte hij aan de verspreiding van de eucharistische beweging in Vlaanderen. De bisschop van Namen, toen Mgr. Thomas Heylen, schreef dat Poppe zich zeer inzette voor de bloei van de Eucharistische Kruistocht, hoewel hij niet de stichter van de beweging was. De stichting van de E.K. werd tijdens een recreatie-uurtje in de Abdij van Averbode bedacht, geïnspireerd door soortgelijke bewegingen in Groot-Brittannië en Frankrijk, en werd gestart door de abonnees van het Averbodense kindertijdschrift Zonneland.
Priester Poppe had al zijn eigen Eucharistisch Catechistenboek geschreven, en de broeders in Averbode nodigden hem uit als medewerker in de E.K. Deze moest een vormende eucharistische beweging worden, waarbij de leden werden aangespoord tot een volledig eucharistisch leven en gelijkvormigheid aan Christus, met Maria als Middelares. Poppe werd contactpersoon voor veel priesters en zijn apostolaat groeide uit tot een uitgebreide vriendschapskring, vaak vanuit zijn bed te Moerzeke. Hij werd bekend om zijn eenvoud en oprechtheid.
Er zijn vele getuigenissen van een sterke aantrekkingskracht die van hem uitging. Rond Poppe ontstond een concentratie van geestelijke krachten, die hij samenhield en leidde. Hij beschreef zijn leven als een langzaam martelaarschap voor priesters.
Hij schreef naar Vanmaele, norbertijn van Averbode:
Laat ons ook zelf voorbeelden van Kruis-Ridders zijn, en alles verwachten van het offer van onszelf: want zonder dit offer, krijgen we de bronnen van Jezus' offer niet aan het stromen. Wij leven kort, en wij zijn zo door en door priester dat ons leven niet anders mag zijn dan het offer: het offer moet onze inkt zijn als wij schrijven; het offer moet onze woorden kleuren en onze zinnen doorzenuwen. Het offer is immers een vruchtbare houding van onszelf in alles wat we doen en zeggen. Heer! Het mag kosten wat het wil, paratum cor meum (mijn hart is bereid), uw Rijk moet komen! Dat Regnum kwam in verwezenlijking door het ‘Ave Maria’. Daarom moet onze leuze zijn: Ave Maria!
Averbode werd het brandpunt van de E.K., met speciale aandacht voor de Eucharistie en Maria.

Leopoldsburg: apostel van Vlaanderen.
Het was vanuit het apostolaat te Moerzeke, met toestemming van de arts, dat kardinaal Mercier hem eind september 1922 benoemde tot geestelijk bestuurder van alle Belgische seminaristen en religieuzen in militaire dienst te Leopoldsburg. Vanuit deze positie werd hij bekend in alle bisdommen en religieuze orden in België. Poppe erkende de noodzaak van heilige priesters met een sterk ideaal en wijdde zijn leven aan dit doel door middel van zijn catechismeboekjes, priesterlijke onderhoudingen, prediking van retraites en de oprichting van een karmelietessenklooster te Leopoldsburg.
Priester Poppe koesterde een bijzondere bewondering voor de karmelietes Thérèse van Lisieux en streefde naar haar 'Kleine Weg': de bescheiden overgave van zichzelf, voortdurend vernieuwd met eenvoud in de diverse omstandigheden van het leven en de dagelijkse plichten. De zusters in hun klooster naast de militairen zouden in stilte offeren voor de heiliging van de vele seminaristen en kloosterlingen aldaar.

Het eeuwig leven.
Tijdens Kerstmis 1923 verbleef Poppe in Moerzeke om enkele rustdagen door te brengen met zijn geliefde familie. Op Nieuwjaarsdag 1924 werd hij echter onverwacht getroffen door een nieuwe hartcrisis.
In een brief aan een vriend schreef hij:
"Op de dag dat ik hervallen ben – het was de eerste januari van dit jaar – had ik uit wellevendheid Z.E.H. De Vos en meneer de directeur uitgenodigd voor een klein samenzijn om met mijn moeder, de beide zusters en mijzelf een paar uur kaarten te spelen en wat lekkernijen te genieten, als dank voor de gastvrijheid die meneer de pastoor mij gedurende tien dagen had verleend.
Ik had al drie dagen mijn meditatie niet gedaan. Toch bleef ik uit hoffelijkheid bij het gezelschap en speelde gedurende twee tot drie uur kaarten. Plots voelde ik een intense angst voor de dood. Ik voelde me bleek worden en ongemakkelijk en was niet langer in staat om naar de pastorie te gaan. Ik voelde het leven uit mij wijken. Ik raakte buiten bewustzijn..."
Op Lichtmis herviel hij opnieuw en op 6 maart besefte hij dat zijn taak ten einde was gekomen. Op 10 juni overleed hij.
.

De geest van een geestdriftige geestelijke.
Priester Poppe was een intelligente en intuïtieve man met grote mensenkennis, wat veel mensen aantrok. Zijn nederigheid hield hem dienstbaar, geïnspireerd door Maria's houding. Hij volgde Paulus' woorden "Wat baat het mij, indien ik Gods liefde niet bezit?" en accepteerde geen lof zonder gebed voor hem.
Poppe geloofde dat ware invloed en resultaten van de Heer kwamen en hij vertrouwde volledig op zijn genade. Hij was gehoorzaam aan de kerkelijke autoriteiten en wachtte altijd op hun zegen voordat hij iets ondernam.
Zijn devotie was geworteld in zijn geloof en katholieke tradities. Hij vond een balans tussen studie en gebed en leefde volgens de liturgische regels en dogma’s van de kerk. Poppe had een vurige liefde voor Christus en streefde ernaar dicht bij de heilige Kerk te blijven, geleid door eeuwenoude geloofsleer.

De Moeder Gods.
Hij had een sterke devotie voor Onze Lieve Vrouw. Op het seminarie vond hij grote vreugde in het vestigen van zijn vertrouwen in Maria, zoals beschreven in een theologisch handboek.
De titel Maria Mediatrix (Maria als middelares van alle genade) werd hem dierbaar, en had een bijzondere invloed op zijn piëteit. Hij beschouwde Maria als de levende monstrans van Jezus, waarbij haar voorspraak het kanaal was voor Jezus' genade. Dit versterkte zijn vertrouwen om via Maria tot Jezus te komen; zijn Mariadevotie was een uiting van zijn nederigheid.
Dit gevoel inspireerde hem om zich te verdiepen in het liturgisch gebed. Priester Poppe was volledig toegewijd aan God, niet alleen door een intens gebedsleven maar ook door zich geheel af te keren van wereldlijke zaken.

Bedevaarders toen, en ook vandaag.
In zijn kamer stond een beeldje van de heilige pastoor van Ars. Hoewel de zalige Edward Poppe de Pastoor van Ars niet heeft gekopieerd, had hij wel diens geest in zich. Hierdoor kwamen mensen van alle kanten naar hem toe voor steun: zieken die troost zochten, zondaars die hij opbeurde, zielen die hij leidde, en kinderen die hij richting God wees.
Zijn hemelse gelukzaligheid is actief en zijn voorbede is als een kruistocht om priesters te heiligen en kinderen te beschermen tegen het ongeloof van deze tijd. Hij was zelf geïnspireerd door de middelaarschap van heiligen en wist dat zijn hemelse beschermers hem steunden. Laten wij ook onze gebeden aan hem toevertrouwen, bidden om het sterke geloof van de Zalige Priester Poppe, genieten van zijn tussenkomst, en de aanwezigheid van onze hemelse vriend erkennen.
